Als kleinzoon van kunstschilder Anton van Hemert en zoon van regisseur Willy van Hemert gaf hij al vroeg blijk van de bezetenheid om te tekenen. Op de achterkant van de oude scripten van zijn vader tekende hij voornamelijk auto’s in alle soorten en maten; altijd zo, dat je de binnenkant kon zien. Hij is altijd geboeid gebleven door, wat zich achter de façade bevindt.
Op zeer jonge leeftijd wordt hij op zichzelf teruggeworpen en heeft mede daardoor zijn fantasie sterk ontwikkeld. Het tekenen is in eerste instantie een vlucht uit de werkelijkheid. Hij heeft de drang om een andere wereld te laten zien, een wereld waarin alles mogelijk is en waarin het onverwachte een prominente rol speelt. Dat is altijd zo gebleven.
Eric van Hemert wil als schilder geen realist genoemd worden. Voor hem is het belangrijk om vanuit herkenbaarheid een tweede realiteit te laten zien. Zijn werk heeft verwantschap met het surrealisme. Dat wat men denkt te zien, is niet hetzelfde als wat er daadwerkelijk is.
Het schilderen van Van Hemert is het volgen van associaties. Het avontuur van het schilderen is net zo belangrijk als het eindresultaat. Dat wil zeggen, er moet een zinderende spanning voelbaar zijn in het schilderij waardoor het blijft intrigeren. Als dat zo is, beschouwt Eric van Hemert het schilderij als geslaagd.