Noordhollands Dagblad • Illand Pietersma / Foto: Geert Job Sevink • 5 april 2023 • Voor het eerst kijken Indische Nederlanders uitgebreid terug op hun jeugd tijdens de oorlog. Michelle van den Berg en Herma van Bolhuis portretteerden hen in het boek ’Kind in Indië’. De schilderijen zijn te zien in galerie Zaansgroen in Zaandam.
Michelle van den Berg was nieuwsgierig naar de jeugd van haar oma tijdens de oorlog in Indië. Voor haar eerste boek ’Kind in Indië’ interviewde ze nog zeven anderen. Ze ontdekte dat die overzeese geschiedenis diepgeworteld zit in de Nederlandse samenleving en nog steeds actueel is. Maar niemand praat erover.
Niet terugkijken en niet over moeilijke onderwerpen praten. Het zit ingebakken in de Indische cultuur, merkte neerlandica Michelle van den Berg (1994) uit Groningen altijd al. Lekker eten en gezellig samenzijn, is een ander Indisch gebruik. Maar voor het verleden was eigenlijk nooit ruimte.
Opa
Toen enkele jaren geleden haar opa overleed en de beide grootouders aan haar vaders kant er ook al niet meer waren, bedacht Van den Berg: nú kan het nog. „Ik ben opgegroeid in Bovensmilde, waar een grote Molukse gemeenschap woont. Natuurlijk kende ik de verhalen van de treinkapingen in de jaren 70. En op school hoorde je wel iets over Indonesië vanwege de VOC. Maar als het over de Tweede Wereldoorlog ging, was het altijd over de strijd hier, in Europa, en nooit over hoe het aan de andere kant van de wereld was. Ik wilde weten wat mijn oma Maud daar had meegemaakt.”
„Zij begon vooral te praten over haar moeder. Hoe die haar kinderen telkens beschermde in het Jappenkamp; en ook in de jaren daarna, tijdens de ’Bersiap’ (dodelijk geweld tegen Indische Nederlanders, red.) en vervolgens hun aankomst in Nederland.”
Afgeranseld
Maud Wurster-Winter vertelt in het boek haar verhaal op een neutrale toon. Het was zoals het was. Als klein kind kende ze niet anders en wist ze niet beter. Ondertussen moest ze toekijken, hoe haar moeder publiekelijk werd afgeranseld, en zag haar zusje hoe een vrouw onthoofd werd. Gruwelijke ervaringen, helemaal voor jonge kinderen.
Andere geïnterviewden hadden vergelijkbare ervaringen. Toen ze in 1945 bevrijd werden van de Japanners, vroeg een jongetje: ’En naar welk kamp gaan we nu?’ Dat was blijkbaar hun wereld. De omstandigheden werden misschien nog wel grimmiger tijdens de Bersiap. „De Jappenkampen waren al erg, maar die waren tenminste omsloten”, legt Van den Berg uit. „Nu liepen er dreigende bendes rond met bamboestokken. Je kon de straat niet op en was vogelvrij. Het vreemde was, dat toen juist de Japanners de Indische Nederlanders beschermden.”
Met de nek aangekeken
Een andere oudere vertelt hoe ze berooid in Nederland aankwamen: moeder met haar kinderschare en één koffertje met alle bezittingen. „Ze werden met de nek aangekeken. Natuurlijk, in Nederland was men zelf bezig met de wederopbouw”, ziet Van den Berg als een verklaring. „Die tegenstand was tevens een reden, waarom er nooit ruimte was om er over te praten. Ondertussen waren de Indische Nederlanders zelf ook bezig om te overleven en een bestaan op te bouwen. De ouders van die gezinnen wilden niet terugkijken, maar er voor zorgen dat hun kinderen het beter kregen dan zijzelf.”
Van den Berg ziet die houding terug bij haar oma: „Altijd vooruitkijken; een groot doorzettingsvermogen en een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Eigenlijk kwamen we dat bij alle geïnterviewden wel tegen. Die oorlogsperiode duurde voor hen van 1939 tot begin jaren vijftig. En aangekomen in Nederland werden ze genegeerd. Die kinderen groeiden op in zulke dreigende en onveilige omstandigheden. Dat heeft hen voor de rest van hun leven gevormd.”
Toen Van den Berg vorige week signeerde tijdens de boekpresentatie, gaf ze vaak een korte opdracht mee: ’Blijf verbinding zoeken’. „Dat is een van mijn doelen met dit boek: een beetje begrip opbrengen voor elkaar. Kijk eens hoe we tegenwoordig omgaan met mensen die naar ons land komen vanuit onveilige situaties. Dat heeft zo’n impact op de rest van hun leven. Helemaal bij kinderen. Iedereen heeft behoefte aan stabiliteit.”
![](https://zaansgroen.nl/wp-content/uploads/2023/04/GJH3864LQ.1GJH3864LQ.1_background-1067-1024x741.png)
Portretten thuis
Michelle van den Berg maakte het boek samen met kunstenares Herma van Bolhuis uit Assen. Zij schildert vaak portretten, het liefst in series. „Dan kun je een verhaal overbrengen. Toen Michelle met het idee kwam voor dit boek, bedachten we dat ik de geïnterviewden kon schilderen. We begonnen bij Maud. Het was een ontroerende dag. Op een gegeven moment zat ze zo mooi bij het raam en kwam ze ook nog met prachtige foto’s aanzetten, dat we besloten om ook een schilderij te maken van de huiselijke situatie en van een afbeelding uit het verleden.”
Tafeltje
De schilderijen zijn momenteel tentoongesteld in galerie Zaansgroen in Zaandam. „Vorige week zaten we aan een tafeltje middenin de galerie. De ene na de andere bezoeker schoof bij ons aan en begon een verhaal over Indonesië: mijn vader dit, mijn oma dat… Iedereen had er wel een connectie mee.” In het boek staat de opmerking dat in Nederland wel twee miljoen mensen zijn met een familiegeschiedenis in Indonesië. „Kun je nagaan, hoe diep die tentakels in onze samenleving zitten.”
Thuis
Daarom vindt Van Bolhuis het zo mooi, dat ze de geïnterviewden ook in hun woonkamer heeft geschilderd. „Ze hebben eindelijk hun thuis gevonden. Dat is zo belangrijk. In het kamp hadden ze het niet, na de bevrijding hadden ze dat niet, en toen ze in Nederland aankwamen ook niet. Nu is er rust en ruimte om er over te praten.”
Expositie
![](https://zaansgroen.nl/wp-content/uploads/2022/07/BOLHUIS.jpg)
Kind in Indië 25|26|MRT|1|2|8|9|15|16|APR|2023
Kind in Indië, opgroeien in de kloof tussen kolonialisme en onafhankelijkheid. Een project over Nederlands-Indië met Herma van Bolhuis & Michelle van den Berg. Michelle interviewt acht mensen die hun >>> Lees meer <<<