Mijn zienswijze kleine idee kunst zien als een verhandeling. Misschien te abstract maar we zien wel waar het schip strand.
De creatie, het scheppende is onze oorsprong, het kent geen innerlijke orde het doet ons zijn. Men kan daarom geen innerlijke orde scheppen. Voor ons doelt orde op één aan de persoon gebonden impressie van verborgen gehouden zwakheden. Orde is tevens een moeilijkheid die ons mensen aan elkaar bindt, onzeker en onvrij maakt in onze beleving. Een beleving van ons organisch bestaan op aarde. Uit deze verworven onvrijheid ontstaat dan cultuur welke wij aan elkaar leren en onderling koesteren. De oorzaken die onvrij maken, kunnen veelvuldig zijn maar zij blijven ons veelal onbekend, ze behoren tot het door ons in reserve gehouden verleden. Onze geschiedenis. De oorzaken die onvrij maken dwingen ons steeds opnieuw tot een nauwkeurig onderzoek door verantwoordelijken onder ons. Een vraag, wie zijn nu verantwoordelijk en wat is de betekenis de waarde en de rol van kunst, die vraag vervolgt ons. Een voorbeeld van verantwoordelijken uit het verleden zijn bv. de iconoclasten die door de afbeelding van het levende in de religie te verbieden, tevens met dat verbod de expressie ervan onmogelijk maakten en daarmee ook de indruk van een zichzelf, het persoonlijke, onderdrukten.
Het Zien
Er valt veel over te zeggen, maar hun verbod had een verwoestende uitwerking op het zich bewust worden van het zien. Zien moest men volgens hen aan een almacht overlaten. Abstractie van het ondeelbare werd daarmee tot dictaat van de tiran en schepte hiermee bij de individu groot wantrouwen over een gezond kunnen functioneren van de zintuigen. Onze menselijke gevoelens kwamen samen met dit wantrouwen in beheer van een almacht. Een almacht die onverwachts beslissingen meende te kunnen nemen over de beleving van het mens zijn in het algemeen. Een gevoel van eenheid kwam blijvend in conflict met een gevoel van veelheid en de handelingen die uit deze gevoelens voortkwamen, raakten blijvend in het zweet des aanschijns en met elkaar in strijd. De onmogelijkheid deze strijd te kunnen ontwijken om te overleven, bracht het individu binnen een abstract begrip. Het bestaan van een, buiten zichzelf. Dit voor het individu nieuwe begrip bestond uit het niet willen voelen, maar gevoeld willen worden en de wens te mogen zijn, vanuit een hoger buiten zichzelf bestaande beslissende eenheidsmacht. Het gebed als enige toevlucht en introspectieve meditatie heeft tot een nieuwe verstarring geleid. Met agressieve beïnvloeding onderwierp ze en bindt ze ook nu nog steeds de persoonlijke expressie aan regels.
Goede gevoel
Utopische gedachten over orde en schoonheid konden echter in gevoelens en in de expressie, ondanks deze repressie, onderduiken en behouden blijven zonder dat die expressie door drang, orde of dwang kon worden onderdrukt. Ik zou dit het goede gevoel willen noemen. Terwijl het slechte gevoel zichzelf altijd weer opnieuw voorop in beeld plaatst, zal het goede gevoel zijn expressie proberen te behouden door die expressie uit zelfbescherming achterwege te laten en het juiste moment af wachten. Het is een innerlijke onzekerheid binnen ons gevoelsleven die onze angsten in expressie wil plaatsen en dwingend om oplossingen vraagt. Het is vooral in deze onzekerheid dat men de kunst te hulp roept. Is de expressie blind voor het goede dan raakt die verstikt in orde en regelmaat of gaat ten onder in vleierij, eigen belang en beroepsnijd. Wanneer kunst zich uitlevert aan maatschappelijk, economisch en politiek denken, wordt ze verleidt tot het inleveren van haar gevoelsvrijheid aan een heersende status en verliest zich daarin. De placebo, het zichzelf niet kennen, is een modern credo geworden. Een derg. credo werd geboren uit angst zich te verliezen in een labyrintische warboel van weten die onze kunsthistorici beweren met voorkennis te hebben verzamelt over de intiemste gevoelens die in kunst ter sprake kunnen komen.
Prostitué voor de hongerige geest
Een kunstenaar speelt niet het geweten van de mensheid maar wordt er toe aangezet hierin een onverkwikkelijke rol te vervullen, een rol die de hitte van de maatschappelijke discussie moet aanblazen. Kunst moet daar confrontaties verduidelijken en aan het licht brengen en tevens gewetensvol in dit conflict overeind proberen te blijven. Kunst wordt middel tot verzoening, economische verantwoording en massa fetisj voor de bevoordeelden. U noemt het en de kunst is goed genoeg voor de hele verzameling. Kunst is verworden tot een prostitué voor de hongerige geest, verafschuwd en aanbeden, gebruikt door religie en bijgeloof, heeft kunst daarmee ieder zelfrespect aan eigen duivel verkocht. Nu is ze meditatie, dan weer reactie of geestelijk vernieuwer, nooit is ze nog zichzelf, een zichtbaar gemaakt gevoel middels kennis en inwijding. De anonieme kunstenaar maakte in het christendom de pantocrator en de ontvanger van het goede, de goede herder, tot een pathetisch dansend lijk in de barok. Het lijden won het van de leer. De begrippen omgezet in vorm, zijn een pathologie van onbegrip geworden. Het christelijke spasme overwon met zijn psychotische dans de geestelijke vrijheid. Kunst kan zich voegen naar de massa en onderduiken in de individu.
Antwoord op de complexiteit van ons gevoel
Aan kunst valt niets objectiefs te beleven, altijd zal de individu zich door kunst heen kenbaar kunnen maken. Wanneer kunst een muilkorf wordt, spreekt de kunstenaar daar doorheen tot die menselijke gevoelens, die als sensoren alert blijven om verfijning te ontvangen. De gevestigde macht dicteert, bestrijdt het individu en bedreigt die met de dood. Denken, zal volgens de heersers gevestigd geloof zijn vanuit een centrale machtspositie. Vrijheid behoort slechts aan degene die orde handhaaft, die zich omcirkelt en zich een rijk schept op basis van gewin. Deze feodaal ingedeelde gedachtewereld bepaald ons handelen, ook nu nog. We staan op een ladder naar het rijk der hemelen, het hogere. Het scheppende komt als kunst tot ons in onze intiemste beleving. Kunst geeft misschien wel antwoord op de complexiteit van ons gevoel. Grof en fijn worden in ons op het zelfde moment zichtbaar aangesproken als we met kunst in aanraking komen. Een oorspronkelijk byzantijnse gedachte zegt; dat de kunstenaar zijn gevoel kan uiten door de reeds bestaande vorm en dat de kunstenaar vorm maakt van iedere abstractie, waarin een gevoel tot uiting komt.
Overgeleverd aan onze herinnering naar keuze
Het spreekt ons wel of niet aan, beweren wij vrijblijvend. Wij kunnen met onze eigen gevoelens dus gerust voorbij lopen aan het bericht dat de kunstenaar wil overbrengen. Het geeft ons, wanneer we dat doen, een gevoel van beheersing en macht over de gevoelens van anderen. De onzekerheid over wat kunst is en welke rol die speelt in de samenleving, blijft in alle lagen van de samenleving zonder meer bestaan. Sport kan kunst zijn, ik kan kunst zijn, alles en nog wat kan kunst zijn, zo ambivalent is in deze moderne ‘gegenwart’ het begrip kunst. We kunnen zien hoe ook in deze tijd, de architectuur zich vrijwillig uitlevert aan instituties zonder zich maatschappelijk te bezinnen op haar eigen kunstvorm. Musea worden moderne paleizen die hun economische offers aan het zogenaamde plebs tonen, terwijl ze zich vrijpleiten van iedere verantwoording en inzicht. Zij hanteren als thema hun eigen excuus, de objectieve beschouwing van hun instituties zonder zelfkritiek. Bij gebrek aan een uitgebreide mythologie zijn veel thema’s die inhoud konden geven aan onze gevoelswereld uit de kunst verdwenen. Nu, in dit tijdsgewricht, zijn we overgeleverd aan onze herinnering naar keuze, of putten we uit ons onderbewustzijn.
Tot de verbeelding sprekend
Dicht bij huis blijven, alles wat vervreemdend werkt, buiten sluiten, bewaren, conserveren, catalogiseren en wat daaraan wil ontsnappen onderwerpen; langs die weg heeft de moderne samenleving zich ontwikkeld en is klein gebleven in het uiting kunnen geven aan de eigen gevoelswaarden. Een sterke banalisering van het emotionele en het lichamelijk deel van ons wezen, heeft die ruimte ingenomen en dwingt daarmee onze gevoelens, door middel van het denken, zich uit te spreken over deze tirannie, waardoor die gevoelens opnieuw in het geding komen. Een voorbeeld van ontwaarding die als een vooruitgang werd gezien, is bijvoorbeeld de histories militaire beslissing het metrieke stelsel in te voeren boven de menselijke maatvoering, die bestond uit de el, de duim, de voet enz.. Waarmee handvaardige beroepen op hun manier uiting konden geven aan gevoelsmatig sociaal betrokken zijn. Overgeleverde resultaten en monumenten uit het verleden spreken altijd nog tot onze gevoelens en verbeelding.
Het grote wondermiddel
Toch blijft een respectabele afstand tot het kunstobject bestaan, alsof het om een andere wereld zou gaan Waar onze voorouders zouden verblijven, die we daarmee voorzichtig in onze gaande bedrijvige wereld toe kunnen laten. We onderzoeken nieuwsgierig, het door ons bij hen veronderstelde gevoelsleven, om te constateren dat de kunstvoorwerpen die zij voortbrachten ook aan ons toebehoren. Kunst is het grote wondermiddel, dat in het verborgene beschikbaar blijft en waar schijnbaar slechts enkelen onder ons toegang toe hebben, om het als medicijn te kunnen innemen. We mogen gerust zijn, want zolang het placebo kunst bestaat, hebben we vertrouwen in de experts die dit kunnen zien en die dit voor ons kunnen bewaren. Met die wetenschap kunnen we rustig gaan slapen. De kunstenaar is echter een andere mening toegedaan. Zijn kunst laat zich opsluiten, maar de kunstenaar zelf zal als een lastige vlieg een uitgang blijven zoeken. Iedereen kan, wat iedereen kan en iedereen doet, wat iedereen doet. De kunstenaar en het genie is in iedereen en blaft om binnen of buiten gelaten te worden.
Ontwapenen en vervolgen
Herkenbaar aan zijn halsband is de kunstenaar de hond waar we zo van kunnen houden. Dat die hond inmiddels geen wolf meer is onder de schapen, geeft ons een veilig gevoel. De spanning tussen het ingebeelde opperwezen en het ik dat daaronder moet dienen, is een constante. Zo heeft cultuur van iedere samenleving zich tot taak gesteld, gevaarlijke agressieve vrijheidsdrang van het individu af te zwakken, door die te ontwapenen en te vervolgen met dat wat in het individu zelf leeft, zoals een garnizoen een stad in zijn greep kan houden. Bij preutse mensen is vrijheid en kunst een zonde als ze niet de preutsheid dient, zij hebben het slechte geweten werkelijk verworven en staan niet toe dat hun dat wordt afgenomen. Het ontwikkelingsproces van de massa en wat het individu nodig heeft, zijn in de regel met elkaar verkleefd. Onze culturele gemeenschappelijkheid en ontwikkeling wijst in de richting van een hoger bewustzijn. De individu mag alleen in die richting wijzen met toestemming van een almachtig gemeenschappelijk gevoel, als dat gevoel in overeenstemming is met zijn eigen gevoelens.
Een vorm van vrijheid verdedigend
Kunst is geen altruïsme, het is eerder een zoektocht naar verhoudingen, tussen uiting en innerlijk, het trekt zich niets aan van een heersende mening. Onzekerheid over bestaan van een opperwezen maakt kunst in de samenleving tot een intermediair object. Degene die er toe aangespoord wordt een vraag over het bestaan van dit opperwezen te stellen, voelt zich geroepen kunstenaar te zijn. De kunstenaar verdedigt steeds een vorm van vrijheid. Binnen zijn individualiteit wordt die vrijheid ervaren als een persoonlijke relatie en in dialoog met het ingebeelde opperwezen. Op deze manier lijkt de kunstenaar zich te onttrekken aan de hiërarchie van de samenleving, maar in feite wijst het op de mogelijkheid, een innerlijk contact te kunnen onderhouden met het wezenlijke van ons bestaan, hier op aarde. Door in zichzelf de priesterrol af te wijzen, ontdoet de kunstenaar zich van iedere pretentie een zegsman te kunnen zijn van het hogere. Veel kunstenaars komen voor onverwachte relatie problemen te staan, die mogelijk voortkomen uit ingebeelde spanningen tussen het ingebeelde opperwezen en het zich verbeeldende Ik.
Geldingsdrang of een vrijwillig lijden
Zien, is een inspanning, maar noteren van dit zien vereist kennis en vertrouwen in eigen kunnen en deemoed, want om een relatie zichtbaar te kunnen maken tussen materie en geest is een speciale inspanning vereist; Ontbreekt deze inspanning dan vindt er geen overdracht plaats. Het zoeken naar deze speciale inspanning beheerst de werkwijze van iedere kunstenaar. Wanneer de kunstenaar als beloning voor zijn inspanning, de goedkeuring van de buitenstaander ontvangt, wordt dat begrepen als een vrijbrief en een persoonlijke opdracht om op dezelfde weg verder te gaan. Wat men inspiratie of scheppingsdrang noemt, is vaak een trieste innerlijke strijd, een geldingsdrang of een vrijwillig lijden waardoor de kunstenaar zich zou kunnen verenigen met die geheimzinnige almacht die zoveel oneindige motieven in reserve heeft. De kunstenaar wordt in sommige gevallen tot een waanzinnige die niemand vindt om naar zijn waan te luisteren. Die in zijn waan verblijft, zal die waan waarschijnlijk nooit leren kennen, het is dezelfde waan die alle bestaande religies van de mensheid karakteriseert.
De juiste vragen stellen
Als er naar kunstschatten in het verleden wordt gezocht, zal dat zeker niet worden gedaan door diegenen die ze hebben geproduceerd. De producten uit het verleden overstelpen ons met evenzovele vragen. Een hedendaagse psychoanalyse met zijn wortels in de Griekse cultuur heeft niet veel te zeggen over schoonheid en diens aantrekkingskracht en toch zou dat wel eens de kern van een confronterende discussie kunnen worden, als daar genoeg interesse voor is. “Waar Het was zal Ego zijn. Dat is werk voor cultuur”. Daar zal dus ook werk zijn voor de gecultiveerde mens die geconfronteerd gaat worden met de aspecten die dit werk willen verhinderen of ontkennen. Freud heeft deze kwestie aan den lijve moeten ondervinden. We kunnen er niet vanuit blijven gaan dat we iets begrepen hebben van wat we op dit moment als kunst leven en ervaren. Toch biedt een kritisch beschouwen ons de mogelijkheid om met de nodige moed en interesse de discussie hierover aan te gaan en opnieuw de juiste vragen te stellen over wat de betekenis van kunst is in een samenleving en welke vrijheden en waarden daarin besloten liggen.
Openen voor onze medemens
De wereld is Avondland geworden en het ‘wilde westen’ dat zich overal laat gelden is daar het resultaat van. Zoals de oude Grieken of de vroeg Europese stam verbanden kunst beleefden, zo beleven wij nu kunst op onze geheel eigen wereldse westerse manier. Wat hebben wij daar begrepen? Zijn wij, die we geloven te zijn; beschaafde wezens? Als een mens afscheid wil nemen van het vage begrip kunst, moet die mens eerst gaan beweren dat kunst geen actieve menselijke eigenschap meer is die onze zintuigen cultiveert en verfijnd. De winst, hoe weinig ook, welke het begrip kunst ons brengt, ligt vooralsnog in de mogelijkheid zich meer te kunnen openen voor onze medemens.
Harri Huijsman 2014