Door José Pietens – Noordhollands Dagblad 13 juni 2019
Om haar vazen en serviesgoed te kunnen maken, staat ontwerper en kunstenaar Marin Jansen (28) letterlijk ‘met de poten in de klei’. Op verschillende locaties in Nederland graaft de Wormerse zand en klei op die ze voor haar producten gebruikt. Al die soorten verschillen in kleur, structuur en dichtheid. „Het materiaal is voor mij de bron, daar komt de vorm uit voort Mijn collectie is geïnspireerd op de Hollandse polder met zijn vrij hoekige vormen.” Jansen is een van de negen nieuwe leden van Zaanse kunstenaarsvereniging Tengel, die die weekeinde hun werk laten zien in galerie Zaansgroen. In de Zaanstreek exposeerde ze eenmaal eerder op kunstbeurs ArtZaanstad met het project waarmee ze in 2016 afstudeerde aan de Design Academy in Eindhoven. Ook dat project draaide om het materiaal: het zand vertelde zelf een verhaal én nodigde uit tot het vertellen van verhalen.
Syrië
“In die tijd was de vluchtelingenstroom uit Syrië enorm in het nieuws. Ik had het gevoel dat niet veel mensen erover wilden praten, maar ik vond het een onderwerp waar juist wél over gesproken moest worden. Met behulp van zand wilde ik aantonen hoe toegankelijk Syrië was. Vanuit Nederland probeerde ik via een klein netwerk zo dicht mogelijk bij de grens te komen, of eroverheen. Ik vroeg mensen uit die buurt om zand voor mij te verzamelen. Onder meer een bed & breakfast in Jordanië, vakantiegangers in Turkije en de ambassade in Irak hebben me zand gestuurd.”
“Een Jordanese taxichauffeur reed zelf steeds verder richting grens om zand te halen. Zand zelf is natuurlijk een heel banaal iets dat geen waarde heeft, in dit project kreeg het wél waarde, omdat het de aanleiding was tot meer gesprekken over hele andere dingen. Uiteindelijk kreeg ik ook zand uit Syrië zelf. Van een Syrische vluchteling. Onvoorstelbaar. Die man liet alles achter, maar nam wél een zakje zand mee voor iemand die hij nier kende. Het voelde alsof ik een zakje goud ontving.”
Het verhaal van de klei en het zand dat ze gebruikt om vazen, kopjes, borden en ander servies van te maken is minder heftig, maar zeker niet minder interessant, vindt ze. “Tijdens mijn studie in Eindhoven besloot ik terug te gaan naar dc bron: het materiaal. Klei kan ik kopen, maar waar kan ik het vinden? in de wijkerpolder bijvoorbeeld ligt dikke, vette zeeklei. De boer verbouwt er aardappelen op en keek niet op een andere manier naar de grond. Van hem hoorde ik weer dat het heel zwaar is om met die klei te werken. Die zeeklei is veel harder dan de rivierklei die ik bij de Maas in Zeeland vond. liet is ook grover van structuur en heeft een heel andere kleur. Zo ontdek je dat elke plaats zijn eigen identiteit heeft. Een mooi gegeven.” Dat materiaal gebruikt ze als buitenlaag voor haar producten. Op die manier vertellen ze het verhaal van een streek, voor Jansen een wezenlijk onderdeel van haar concept. Als Wormerse is ze ook in de Zaanstreek bezig geweest “Maar hier is heel veel veen en ik heb nog geen goede manier gevonden om dat te verwerken. Daar zou je echt een heel onderzoek naar moeten doen.”
Proeven
Met al haar vondsten doet ze talloze proeven om te zien wat ze ervan kan maken. Ook als het product af is, gaan de testen door. “Al mijn producten kunnen in de vaatwasser en mijn borden kunnen op 200 graden in de oven. Dat soort dingen probeer ik thuis allemaal uit, zet ik mijn spullen eindeloos in de vaatwasser. Je wilt toch weten wat voor eigenschappen je product heeft, zeker als het een gebruiksvoorwerp is.”
Expositie
15 en 16 juni, 13-17 uur: ‘Tengels nieuwe leden’ in Zaansgroen (Zeemansstraat 54, Zaandam). Met werk van Marin Jansen, Nanda Oldenburg, Carla de Graaf, Marion van der Zwan. David Samson, Paul Visser, Margreet Ottes, Gea van der Zaag en Aron Kroes. Gratis toegang.